INCONTINENTIE

Begripsbepaling: 

Het onwillekeurig lozen van urine, dat objectief aantoonbaar is en dat een sociaal of hygiënisch probleem vormt. Uitingsvormen zie bijlage.

Observaties en beschrijving situatie: 

Sinds wanneer is er sprake van incontinentie (acuut? Wat is de mogelijke oorzaak)?
an cliënt de urine goed ophouden bij aandrang om te plassen? Of is de aandrang zo sterk dat urineverlies optreedt voordat het toilet bereikt wordt?
Hoe groot is de hoeveelheid urineverlies: licht / matig / ernstig?
Hoe vaak heeft cliënt last van urineverlies?
reedt het urineverlies op speciale (drukverhogende) momenten op: lachen, huilen, niezen, overgang warmte naar koude, lichamelijke inspanning, sporten of traplopen?
Heeft cliënt pijn bij het plassen?
Hoeveel last, en voor wie, veroorzaakt de incontinentie (cliënt, partner, omgeving)?
Is cliënt bekend met urologische- / neurologische- of gynaecologische aandoeningen?
Heeft cliënt recentelijk een CAD (Catheter à Demeure = transurethrale katheter = verblijfskatheter) gehad?
Ziet cliënt slecht of heeft cliënt cognitieve problemen?
Is cliënt goed ter been?
Hoeveel is de vochtintake van cliënt?

Triagecriteria

Spoed
acuut ontstane incontinentie met neurologische verschijnselen (zie protocol epileptisch insult) en / of pijn
Dringend
verdenking overloopblaas
verdenking urineweginfectie
Routine
arts consulteren voor verder onderzoek (urine, lichamelijk onderzoek, verwijzing uroloog)

Controles en acties: 

Meet bloeddruk, pols en temperatuur
In overleg PVK / ANW hoofd bladderscan laten verrichten
In overleg met PVK / ANW hoofd urine opvangen en strippen.
n overleg met PVK / ANW hoofd gedurende 5 dagen een mictiedagboek bijhouden (zie bijlage).
Verminder of vermijd intake van alcohol / cafeïne / cola.
Gebruik protocol van organisatie

Bijlagen: