Begripsbepaling:
Bij een heupfractuur is de hals van het bovenbeen gebroken. Dit is het bovenste deel van het bovenbeen. Pijn, zwelling, beperkte beweeglijkheid of niet kunnen belasten, samen met een beenlengteverschil zijn de belangrijkste verschijnselen. De voet aan de aangedane zijde ligt meer naar buiten gedraaid (exorotatie).
Observaties en beschrijving situatie:
Wat is de oorzaak van het trauma; wat is er precies gebeurd?
Is cliënt bij bewustzijn en aanspreekbaar?
Zijn er pijnklachten en zo ja, wat is de lokalisatie?
Is het been verkort en naar buiten gedraaid?
Is verkorting mogelijk al bekend bij cliënt voor het trauma?
Kan cliënt been bewegen / optillen / naar zich toe buigen / naar buiten toe draaien?
Is er nog ander letsel (ribben/rug)?
Triagecriteria
verdenking heupfractuur |
bewusteloosheid of andere neurologische verschijnselen |
verdenking femurschachtfractuur (bovenbeenfractuur, standverandering in het midden van het bovenbeen) en/of indien het bovenbeen dik en extreem pijnlijk is/wordt |
bij dalende bloeddruk en stijgende pols (shock) |
hypoglycemie |
n.v.t. |
n.v.t. |
Controles en acties:
Waarschuw PVK / ANWhoofd
Laat collega schepbrancard of tillift halen. Gebruik bij voorkeur schepbrancard om cliënt van grond in bed te leggen. Bij gebruik van tillift aangedane zijde maximaal ondersteunen door 1 of meerdere personen.
Meet bloeddruk en pols.
Spreek pijnstilling af met PVK / ANW hoofd.
Laat MIC-formulier invullen + valpreventielijst.
In dossier rapporteren: datum, tijd, plaats, vermoedelijke oorzaak, aanwezigheid van andere mensen.