Obstipatie

Begripsbepaling: 

De toestand waarin iemands stoelgang een verandering ondergaat, gekenmerkt door een verminderde frequentie van ontlasting en/of harde ontlasting. De meest frequente oorzaken zijn: verkeerde leef- en eetgewoontes, vezelarme voeding, onvoldoende drinken, te weinig lichaamsbeweging.

Vragen: 

Hoeveel dagen was er geen ontlasting?
Hoe zag de laatste ontlasting er uit en was er sprake van bloed/slijm bijmenging?
Hoe is het normale patroon?
Hoe vindt de stoelgang plaats (toilet, stoel of bed, incontinentie)?
Heeft cliënt andere klachten (verminderde eetlust of gewichtsverlies, afwisselend obstipatie en diarree, overgeven, buikpijn, koorts, verwardheid)?
Voelt cliënt zich ziek?
Gebruikt cliënt medicijnen (laxantia, ijzersuppletie, pijnstillers met name opiaten, verapamil, cystostica, maagzuurremmers, diuretica)?
Hoe is de vocht-voedingsintake van cliënt?
Is de buik boller dan normaal, drukpijnlijk, hard?
Is bij rectaal toucher ontlasting voelbaar (hard of zacht)?

Triagecriteria

Spoed
braken
bij hevige buikpijn (plankhard met druk/loslaat pijn)
afwezigheid van darmgeluiden (stethoscoop)
rectaal bloedverlies dat aanhoudt
Dringend
ernstig ziek
Routine
vermagering en verminderde eetlust
bloed of slijm bij ontlasting
afwisselend diarree en obstipatie
chronische darmaandoening
obstipatie door medicatiegebruik

Advies: 

Cliënt stimuleren voldoende vocht tot zich te nemen; vochtlijst bijhouden (2l/dag).
Cliënt stimuleren tot het eten van adequate voeding (vezelrijk/pruimen).
Glas lauw water drinken of pruimen eten op de nuchtere maag.
Warme dranken drinken (cafeïne).
Stimuleren tot mobiliteit (ook in bed oefeningen).
Bekijk met cliënt onder welke condities/omstandigheden hij gewend is gemakkelijk te defeceren.
Bij harde ontlasting in rectum evt. manueel verwijderen en colex klysma/microlax geven en lactulose 1 x dd 30ml of movicolon 1-2 sachets per dag (in overleg met arts).
Defecatielijst bijhouden.