Katheter problemen

Begripsbepaling: 

Vragen waar het meest overleg over is, zijn de volgende:
  1. CAD1 is helemaal niet of weinig productief; er is geen productie van urine zichtbaar in opvangzakje.
  2. Bloed naast de CAD en/of in katheterzakje; bloed loopt naast de katheter langs de slang en/of in katheterzakje; hematurie. 
  3. Urine loopt naast de CAD; urine loopt langs de slang. 
  4. Suprapubische2 katheter ligt eruit.

Vragen: 

BIJ GEEN / WEINIG PRODUCTIE:
1. Hoeveel urineproductie is er geweest in hoeveel tijd?
2. Hangt urineopvangzak lager dan blaas cliënt?
3. Ligt slang vrij/ geen kocher op slang of klem?
4. Hoe ziet de urine (in de slang) er uit; is deze vies/vlokkerig/bloedbijmening?
5. Heeft cliënt pijn in onderbuik (blaas) en/of aandrang tot mictie?
.
BLOED NAAST CAD/VIA SLANG EN/OF IN OPVANGZAKJE
1. Sinds wanneer is dit opgemerkt, gerapporteerd?
2. Hoe ziet de urine eruit: vies, vlokkerig, lichtrood, donkerrood, stolsels?
3. Is er sprake van recent trauma? (moeizame katheterisatie, zelf verwijderd of hard aan katheter getrokken)
4. Is de katheter nog doorgankelijk? Is er sprake van retentie/buikpijn/ mictiedrang?
5. Is er sprake van een urineweginfectie. Zo ja, waarmee wordt het behandeld?
6. Gebruikt cliënt antistolling?
7. Wat zijn de controles? (bloeddruk, pols en temperatuur)
.
URINE LOOPT NAAST DE CAD
1. Indien CAD niet of weinig productief zie: bij geen/weinig productie.
2. Heeft cliënt last van blaaskrampen?
3. Welke maat CAD is gebruikt en met hoeveel cc is ballon gevuld?
CAD/SUPRAPUBISCHE KATHETER LIGT ERUIT
1. Sinds wanneer ligt katheter eruit?
2. Wat is de oorzaak dat de katheter eruit ligt?
3. Loop urine af via natuurlijke weg?
4. Heeft cliënt retentie/buikpijn/mictiedrang?

Triagecriteria

Spoed
indien herplaatsen (suprapubische) katheter niet lukt
retentie > 300 cc
shock bij overmatig bloedverlies
Dringend
bloedverlies bij gebruik bloedverdunners (acenocoumarol, ascal)
Onverdraaglijke blaaskrampen
koorts en ziek zijn
Routine
n.v.t.

Advies: 

GEEN/ WEINIG PRODUCTIE
1. S lang en hoogte urineopvangzak laten controleren op obstructie en hoogteverschil blaas-urineopvangzak.
2. Ballon katheter leeg laten lopen, katheter hogerop schuiven en ballon weer vullen.
3. Doorgankelijkheid katheter bepalen met harmonicaflacon (Optiflo)
4. Indien mogelijk bladderscan.
5. Bij verstopping katheterslang: katheter vervangen of laten vervangen.
.
BLOED NAAST CAD EN/OF VIA SLANG IN OPVANGZAKJE
1. Indien recent trauma of moeizame katheterisatie: observeren.
2. Bij acute en/of aanhoudende bloedbijmenging; overleg arts.
3. Controle pols/temp/RR evt. Hb bepaling (perifeer indien mogelijk anders middels venapunctie).
URINE NAAST CAD
1. Vulling ballon controleren: ballon leeg laten lopen en opnieuw bij voorkeur met 5 cc laten vullen; meer vulling kan meer prikkeling geven.
2. Indien kleine maat CAD evt. grotere maat plaatsen.
3. Indien cliënt last heeft van blaaskrampen/overreactieve blaas overwegen een kleinere maat te plaatsen of eerst de ballon opnieuw te vullen met 5 cc i.pv. 10 cc.
.
KATHETER(SUPRAPUBISCHE) LIGT ERUIT
1. De suprapubiskatheter dient zo snel mogelijk weer geplaatst te worden. Eventueel i.o.m arts tijdelijk een transurethrale katheter inbrengen (bij pijn in de onderbuik)
2. Bij ernstige onrust en zelf verwijderen van katheter door cliënt i.o.m. arts katheter uit laten tot later tijdstip op basis van uitslag bladderscan (m.u.v suprapubische katheter!).
.
NB: Indien bij koorts/buikpijn geen ander focus voor de koorts gevonden kan worden. Urine opvangen (Let op! direct uit de slang) en in overleg met arts inzenden voor kweek.

Advies (extra): 

  1. CAD: Catheter á Demeure = transurethrale katheter (verblijfskatheter)
  2. Suprapubische katheter = suprapubische katheter ligt in de blaas via een kunstmatig gemaakte opening; fistel. Zodra de katheter er niet meer in zit kan dit fistel zich binnen een uur sluiten.