Handleiding Triage voor eindverantwoordelijk verpleegkundigen

Door het gebruik van triageprotocollen streeft Cordaan naar een uniform begrippenkader en een eenduidige triagemethodiek. Verhoging van de efficiëntie van de triagering zal de kwaliteit van de medische zorgverlening vergroten. De protocollen zijn bedoeld voor de verpleegkundigen die uit hoofde van hun functie triageren zoals praktijkverpleegkundigen en/of verpleegkundigen van mobiele teams en avond-weekend-nachthoofden. Voor op de afdeling meewerkende verpleegkundigen die niet belast zijn met het triageren voor een arts is het “triageboek voor verzorgenden in de V&V” van toepassing. Telefonisch consult Voor een telefonisch consult met de arts dienen de volgende gegevens beschikbaar te zijn:
  1. Personalia; naam, geboortedatum; locatie; reden van opname.
  2. Probleem voorleggen; reden waarom je op dit moment belt.
  3. Medische voorgeschiedenis cliënt; indien relevant CAD/drain/SV/stoma/etc.
  4. Medicatie; inclusief interventie / zo nodig medicatie/escape medicatie
  5. Vitale parameters; bloeddruk, pols, temperatuur en ademfrequentie Bloeddruk; altijd in vergelijking met eerdere metingen zeker bij ouderen. Pols; regulair, irregulair (ritmestoornissen). Temperatuur; hoe gemeten, gebruik van medicatie. Ademfrequentie; frequentie per minuut indien relevant en indien mogelijk saturatie.
  6. Beleidsafspraken
  7. Vraagstelling formuleren: Wat verwacht je van de arts? Wat is eventueel je voorstel? Wat wil je dat de arts doet?